Interview met Gerry van Gerwen: “Investeer in jezelf. Dat is het belangrijkste wat er is.”
Door Kasper Hetterschijn | Fitcoins Health Hero Interview
Introductie
Gerry van Gerwen begon als profwielrenner, bouwde een internationaal sportbedrijf op en leeft nu nog steeds als een ware Health Hero. In dit interview blikt hij samen met Kasper Hetterschijn terug op zijn indrukwekkende levensloop – en deelt hij verrassend praktische inzichten over gezondheid, beweging en balans.
Gerry, jij reed ooit Parijs-Roubaix uit, een van de zwaarste koersen ter wereld. Wat herinner je je daarvan?
Ik kwam samen met Adrie van der Poel over de streep. We zaten toen bij dezelfde ploeg, DAF-Trucks. Het was een droge editie, dat maakte het net wat minder slopend. Ik was nooit goed in het klimwerk, maar dit soort vlakke klassiekers lagen me beter. Geen grote kampioen, maar ik deed m’n ding.
Eentje die beter functioneerde in de wind dan in de bergen. In deze tijd zou ik wel opgesteld worden, denk ik. Niet om te winnen, maar als betrouwbare helper in de juiste wedstrijden. Ik wist wat mijn sterktes waren – en mijn beperkingen.
Langs de frietkraam van mijn ouders. Toen ik een jaar of 14 was, kwamen daar renners met glimmende fietsen. Dat fascineerde me. Ik spaarde geld bij elkaar, kocht een fiets, werd lid van Wilhelmina in Eindhoven – en de rest is geschiedenis. Eerste koers? Dikke valpartij. Derde koers? Podiumplek. Toen wist ik: dit wil ik.
Ik kwam terecht bij de KNWU en werd coördinator voor beroepsrenners. Daarna begon ik mijn eigen bedrijf: Cycling Service. We deden de organisatie van honderden wedstrijden door heel Europa. Dat ging jaren goed, tot ik het bedrijf verkocht op mijn 48e. Mooie tijd, maar ook keihard werken. Twaalf uur per dag, zeven dagen per week. Niet gezond.
Ik kwam aan. Echt flink: 104 kilo. Weinig bewegen, veel stress, altijd onderweg. Tot ik mezelf hervond. Ik nam een sportschoolabonnement en begon weer te sporten. Eerst vier keer per week, nu zes. Fietsen, krachttraining, balans. Het hoort bij mijn dag, zoals eten en slapen.
Niet overdrijven. Geen diëten. Eet goed, eet bewust, en laat tussendoortjes weg. Ik eet drie keer per dag en soms flink. Maar wel met vier uur ertussen. Je moet je lichaam de kans geven om te verwerken. En vooral: geniet van wat je eet, ook af en toe een frietje of hamburger.
Begin klein. Zie bewegen als investeren in jezelf. We investeren in auto’s, vakanties, kinderen – maar vergeten vaak onszelf. Als jij uitvalt, valt alles stil. Dus: beweeg, prikkel je geest, en doe het rustig aan. Je hoeft geen topsporter te worden, maar blijf wel in beweging.
Zeker. Tijdens een project met Amerikaanse veteranen zag ik het gebeuren. Als je samen fietst en vermoeid raakt, ontstaan vanzelf de diepste gesprekken. Zonder druk, zonder oordeel. En dat lucht enorm op. Je overschrijft je verhaal, in alle vrijheid. Helender dan menig therapie.
Dat was lastig. Opeens was ik geen leider meer, niemand die iets van je moest. Tot ik op een dag mijn eigen toiletpapier haalde bij de supermarkt. Toen dacht ik: nu ben ik weer gewoon mens. En dat is goed. Pas als je weer tussen de mensen staat, vind je rust.
Slotboodschap
Investeer in jezelf. Niet voor de buitenwereld, maar voor jezelf, je energie, je gezondheid. Begin vandaag. Al is het maar een ommetje of één gezonde maaltijd. Je hebt jezelf nodig, elke dag weer. En als je het kunt delen met anderen, zoals met een fietsgroep? Dan wordt het nóg mooier.